Nectar Art Projects

Conceptuele slapsticks en de poëzie van het alledaagse. Wilfredo Prieto in CA2M, Madrid

15 March 2011

Thuis hangt er een foto van een hoopje vet met in het midden een stuk groene zeep aan de muur. Bovenop de zeep ligt een bananenschil, de vijf delen ervan prachtig in stervorm uitgespreid. Alle ingrediënten voor een flinke schuiver (het hele gebeuren bevindt zich ook nog eens op een gladde marmeren vloer) zijn aanwezig. Stilletjes wacht het hoopje op een onoplettende voorbijganger. Zelf kan ik niet helpen te denken dat die bananenschil ‒ vaak zelf de oorzaak van een komische glijpartij ‒ misschien wel het slachtoffer is geworden van het vet en de zeep.  Hoe flauw het ook is, de foto maakt me altijd aan het lachen. 

Pas geleden zag ik in het Centro de Arte Dos de Mayo (CA2M) in Madrid een overzichtstentoonstelling van de bedenker van deze glibberige scène; Wilfredo Prieto (Cuba, 1978). Prieto’s werk werd onder andere opgenomen in de Daros collectie in Zürich en in 2008 won hij de Cartier Prijs. In Nederland werd Prieto tot voor kort door Galerie Martin van Zomeren vertegenwoordigd. Onlangs zou hij een overstap naar Annet Gelink Galerie gemaakt hebben.

De tentoonstelling in Madrid heette Tied Up to the Table Leg, naar een performance die in en boven het CA2M werd uitgevoerd. Een helikopter zweefde er, vast aan een touw, gedurende een uur boven het gebouw. Via het dak en vier monumentale trappen slingerde het touw naar de begane grond waar het aan een tafelpoot was vastgebonden. Een helikopter vastgeknoopt aan een keukentafel? Op het moment dat ik de tentoonstelling bezocht was de helikopter al weg, maar een video van de helikopter, het touw en de tafel volstonden om de absurditeit van het werk over te brengen. Zo gaat het vaker in Prieto’s werk. Zijn concepten, veelal gekenmerkt door een kinderlijke spitsvondigheid en een licht poëtische inslag, streven het materiële zichtbare component van het werk nogal eens voorbij.

Brood, suikerklontjes, water of een riem, Prieto is dol op alledaagse producten. Als een hedendaagse Duchamp – ongetwijfeld een grote inspiratiebron voor hem ‒ weet hij zelfs van een halfvol glas water kunst te maken. Zelf stelt hij dat dergelijke ideeën zich in de werkelijkheid bevinden, zo’n beetje zoals wolken in de lucht voorbij drijven. De ideeën zijn zichtbaar, wie wil kan ze pakken. Veel van zijn kunstwerken wekken dan ook het vermoeden dat ze in heel spontane situaties zijn ontstaan. Ik stel me voor dat hij in een verloren ogenblik wat met twee muntjes speelt. Plotseling ziet hij een deel van de lichtweerkaatsing op de muur verdwijnen, een eclips?

Of misschien gaat het zo: Op een verjaardag kan hij zijn smakeloos geworden kauwgum niet kwijt. In zijn broekzak vindt hij in plaats van een stukje papier een muntstuk. Het is in elk geval iets. De taart die wordt aangesneden wil hij niet missen. Bovendien ziet het er eigenlijk wel geinig uit, het contrast van zo’n wit onregelmatig bolletje op zo’n strakke glanzende schijf. Binnen handbereik ligt het luciferdoosje waaruit zojuist nog een lucifer werd gepakt om de kaarsjes op de taart mee aan te steken. En jawel, daar verschijnt zomaar een tweede verjaardagstaart.

Aan andere werken lijkt meer denkwerk vooraf te zijn gegaan. Ondanks hun vergaande simpele verschijning hebben ze een poëtisch en soms ironisch karakter. Dode ster bijvoorbeeld, bestaat uit een broze afgebrande lucifer. Je zou het werkje bijna met je schoen verbrijzelen, het ligt gewoon op de grond. Toegegeven, het zit hem met name in de titel. Maar het werkt. In mijn gedachten staat dit kleine, alledaagse luciferstokje plotsklaps in nauwe verbinding met de Melkweg. Misschien ligt hierin wel de kracht van veel van Prieto’s kunstwerken. Veel ervan zijn in staat om met minimale middelen uit te groeien tot grootse gedachten. Ze verbinden werelden, geven een aanzet om grenzen van gedachten te doorbreken, lokken associaties uit en weten de werkelijkheid soms tot in het absurde en irreële te trekken.

Maar niet elk werk is hiertoe in staat. Meerdere keren verwachtte ik ergens een verstopte camera te zullen ontdekken. Eentje die vastlegt hoe argeloze bezoekers zich wel of niet laten overtuigen door de soms toch wel heel minimale kunstobjecten van Prieto. Het verhaal van de nieuwe kleren van de keizer komt in me op. Zou het hem daar om te doen zijn? Is dit de essentie van zijn werk? Een serie tekeningen bijvoorbeeld toont zigzaglijnen, cirkels, kubussen en huisjes; balpen geklieder dat je in elk kladblok tegenkomt. Prieto lijkt zelf ook te begrijpen dat er eigenlijk niet veel aan is; de serie heet zelfs Stomme tekeningen. Ook het werk Broodkruimels zijn ook brood wekt argwaan. Het bestaat uit niets meer dan broodkruimels. Vliegt Prieto hier uit de bocht? Is hij minder kritisch geworden, heeft hij te snel gewerkt? Ondanks deze minder geslaagde werken, weet het merendeel mij en menig andere bezoeker een brede glimlach te ontlokken. Om de banaan echter, blijf ik hardop lachen.

Dit artikel verscheen op 18 maart 2011 op de website van Mister Motley.